In de tweede helft van de 18e eeuw toonden geleerden met proeven het effect van blikseminslagen en het nut van bliksemafleiders aan. Hiervoor gebruikte men bijvoorbeeld een donderkerkje. Als dit voorzien was van een bliksemafleider, gebeurde er niets. Was de bliksemafleider echter afwezig, dan kon de geleerde een ontlading in de toren laten inslaan. Daarna volgde een knal die de donder voorstelde en ten slotte stortte het kerkje in elkaar.