Ontwikkeldoos voor daguerreotypie. De Fransman Daguerre vond in 1839 een procedé uit om afbeeldingen op verzilverde koperplaten vast te leggen. Na sensibilisatie met jodiumdamp wordt de plaat, na belichting in de camera, in de ontwikkeldoos blootgesteld aan kwikdamp. Op de belichte gedeelten vormt zich een zilver-kwik amalgaam. Het onbelichte zilverjodide spoelt men weg met een oplossing van fixeerzout, zodat de afbeelding zichtbaar wordt. De afbeeldingen op de koperplaat zijn negatief en kunnen bij een bepaalde lichtval als positief worden waargenomen. De opnames zijn uniek. In gebruik tot ca. 1855.